- afhouden
- {{afhouden}}{{/term}}I 〈onovergankelijk werkwoord〉 〈scheepvaart〉1 sail fullerII 〈overgankelijk werkwoord〉1 [verwijderd houden] keep off/out2 [aftrekken, inhouden] keep back♦voorbeelden:1 de boot afhouden • 〈letterlijk〉 keep the boat away from the shore〈sport〉 iemand (van de bal) afhouden • screen/shield the ballde ogen niet kunnen afhouden van iets • not be able to take/keep one's eyes off something〈figuurlijk〉 iemand van zijn werk afhouden • keep someone from his work2 een deel van het loon afhouden • withhold a part of the wages
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.